Pijnstilling bij artrose
De behandeling van artrose bestaat in de eerste plaats uit voorlichting, beweegadviezen, voedingsadviezen en oefentherapie. In veel gevallen zal echter ook pijnmedicatie nodig zijn.
Pillen?
De eerste keuze hierbij is Paracetamol. Ook kan als eerste stap in de pijnbehandeling een pleister of gel met een ontstekingsremmer (NSAID) gebruikt worden. Voorbeelden hiervan zijn een Diclofenac, Naproxen of Ibuprofen patch of gel. Als dit onvoldoende werkt kunnen pijnstillende ontstekingsremmers gebruikt worden (tabletten). Deze pijnstillers worden NSAID’s genoemd. Voorbeelden zijn Diclofenac, Naproxen en Ibuprofen. Vanwege de bijwerkingen is het advies om deze zo kort mogelijk (maximaal 2-3 weken) te gebruiken en daarna de medicatie af te bouwen. Als ontstekingsremmers onvoldoende effect hebben, of als u vanwege een allergie of bijwerkingen de medicatie niet mag gebruiken, zijn er op doktersrecept nog een andere pijnstillers verkrijgbaar zoals Duloxetine (van oorsprong een antidepressivum) of Tramadol. Belangrijk om te weten is dat u door de maskerende werking van de pijnstillers het risico loopt uw gewricht te intensief te belasten waardoor de klachten uiteindelijk toenemen.
Nog steeds pijn
Als u ondanks (relatieve) rust, oefentherapie en leefstijladviezen klachten houdt dan kan uw arts overwegen pijnstilling voor te schrijven. Uw arts volgt hierbij onderstaand stappenplan.