Wandelen

Wandelen is een goede en laagdrempelige manier om (weer) in beweging te komen, maar voor patiënten met artrose van de knie, heup of enkel/voet kan wandelen soms moeilijk gaan en pijnklachten opleveren. Braces, steunzolen of andere loophulpmiddelen kunnen dan mogelijk uitkomst bieden.

Gebruik van een brace

Bij artrose treden vaak standsveranderingen op in een gewricht. Dit kan toename van de klachten geven en voor verergering van de artrose zorgen. Bij een standsafwijking kan een brace verlichting geven en de klachten op langere termijn verminderen. Voorbeelden van gewrichten waar een brace verlichting kan geven zijn de enkel, de knie, de hand en pols of de elleboog. Zo kan een kniebrace voorkomen dat de knie tijdens wandelen teveel naar binnen knik wat voor een ongunstige belasting van het gewricht zorgt (Sharma et al 1998). Er zijn twee soorten braces die veel gebruikt worden bij knieartrose: een valgiserende kniebrace voor artrose aan de binnenzijde van de knie en een patellabrace voor slijtage aan de achterzijde van de knieschijf. De meeste studies naar deze braces laten een positief effect zien op pijn en fysiek functioneren ten opzichte van geen kniebrace. Zowel de kniebrace als de patellabrace geven nauwelijks in bijwerkingen. Een nadeel is dat binnen een jaar bijna de helft van de patiënten stopt met het dragen van een kniebrace vanwege te weinig effect. De behandeling heeft meer effect bij patiënten met ernstige artrose dan bij patiënten met milde of matige artrose.

Patella brace

Een patellabrace is een brace waarmee de knieschijf naar binnen verplaatst word waardoor de druk tussen de knieschijf en het bovenbeen bot verminderd wordt. Daarnaast neemt door de brace het gevoel van stabiliteit toe. Een patellabrace wordt vooral voorgeschreven bij patienten met ernstige klachten bij wie het kraakbeen aan de achterzijde van de knieschijf is versleten en bij wie andere conservatieve maatregelen onvoldoende helpen.

De meeste studies naar een patellabrace voor patellofemorale artrose laten een gunstig effect zien op klachten van artrose.

Valgiserende kniebrace

Bij de meeste mensen met matig tot ernstige artrose van de knie is het binnenste deel van de knie aangedaan. Het kraakbeen aan de binnenkant van de knie slijt weg, waardoor een O-beenstand ontstaat. Een valgiserende kniebrace zorgt ervoor dat de O-beenstand verminderd wordt waardoor het buitenste deel van knie meer belast wordt en de binnenzijde van de juist ontlast wordt. Een valgiserende kniebrace dient te worden voorgeschreven door een orthopedisch chirurg, revalidatiearts of sportarts. Doel van een valgiserende kniebrace is om de klachten te  verminderen en een gewricht vervangende operatie zo lang mogelijk uit te stellen, vooral bij relatief jonge en actieve patiënten.

Loopanalyse en steunzolen

De meest onderzoeken laten weinig toegevoegde waarde zien van steunzolen bij klachten van artrose. De meeste richtlijnen adviseren dan ook om geen inlegzolen te gebruiken voor de behandeling van artrose. Toch zijn er ook onderzoeken die laten zien dat een steunzool kan helpen pijn en stijfheid te verminderen en de functie van een gewricht te verbeteren. Omdat er maar weinig onderzoek is gedaan naar het effect van steunzolen en omdat deze onderzoeken onderling erg verschillen, kunnen geen definitieve conclusies getrokken worden over deze loophulpmiddelen (Kan 2019, Raja 2011).

Een onderzoek van Starkey (2022) laat zien dat stevige schoenen die goede ondersteuning bieden de krachten die inwerken op de binnenkant van de knie kunnen verminderen en mogelijk van nut kunnen zijn bij mensen met slijtage aan de binnenzijde van de knie.

Gait retraining

De laatste jaren is er veel aandacht voor ‘Gait retraining’ om klachten tijdens wandelen te verminderen. Hierbij wordt door middel van een loopanalyse de looptechniek in kaart gebracht waarna gerichte training plaatsvinden om de looptechniek aan te passen waardoor het gewricht gunstiger belast wordt. Gait retraining zorg ervoor dat de knie minder naar binnen knikt. Dit onderzoek staat nog in de kinderschoenen maar er zijn aanwijzingen dat aanpassingen in de paslengte, de stand van de voet en het zwaartepunt van het lichaam de krachten die op de knie inwerken in gunstige zin kunnen beïnvloeden (Huang 2022, Silva 2023).